Wat ga je lezen? In België zijn veel kanalen. Een kanaal lijkt op een rivier, maar is helemaal gegraven door de mens. Heb jij weleens een kanaal gezien of een boot die door een sluis voer?
Lees de tekst nog niet. Lees de titel en bekijk het plaatje. Wat weet je al? Waar kun je een kanaal mee vergelijken?
In België is veel water. Er zijn zeeën, maar er zijn ook grote rivieren, meren, polders, beken en sloten. Ook kent België veel kanalen. Een kanaal is een gegraven waterweg. Het verschil tussen een natuurlijke rivier en een kanaal, is dat kanalen door mensen zijn aangelegd. Sloten en grachten zijn bijvoorbeeld ook gegraven door de mens, maar zijn smaller en verbinden geen plaatsen op grote afstand. Een gracht verbindt bijvoorbeeld grachtenpanden in een stad met elkaar, maar een kanaal verbindt steden die ver uit elkaar liggen met elkaar. Vroeger konden de boten hun ladingen met goederen sneller vervoeren via de kanalen. Voor de vele fabrieken waren de kanalen ook een goede uitkomst. Via deze kanalen konden zij hun producten sneller aanvoeren en afvoeren. De eerste kanalen werden door de mensen met de hand uitgegraven. Vroeger waren er namelijk nog geen graafmachines. Kanalen werden vooral aangelegd voor het vervoer van goederen. Op bepaalde plekken werden er via de kanalen ook mensen vervoerd. Kanalen moesten bij het aanleggen aangepast worden aan de natuurlijke omgeving. Soms was er hoogteverschil in het landschap. Dit werd opgelost door bijvoorbeeld sluizen en bruggen aan te leggen. Een sluis is een groot bouwwerk in een kanaal. Het lijkt op een grote poort. De sluis kan het water tegenhouden of juist door laten stromen, zodat het water aan de andere kant hoger komt te liggen. De waterhoogte aan de ene kant van de sluis is altijd anders, dan aan de andere kant. Door de waterstand in de sluis te regelen kunnen boten altijd rustig doorvaren. Samenvattend werkt een sluis als volgt: