"Help, de Vikingen komen!" De inwoners van het stadje krijgen de schrik van hun leven. Aan de horizon verschijnen opeens tientallen schepen. Ze hebben rood-wit gestreepte zeilen en een drakenkop op de voorkant. De woestelingen aan boord schreeuwen en zwaaiden dreigend met hun bijlen. Ze komen om de stad te plunderen. Ze lopen heel brutaal de huizen van mensen binnen en pakken alles wat ze maar willen hebben. Eten, drinken, dure spullen en zelfs het vee nemen ze mee! De Vikingen laden hun drakenschepen vol en varen weer weg. De mensen blijven geschokt achter.
Wie waren ze?
De Vikingen kwamen uit Scandinavië. Dat zijn de landen in het noorden van Europa die we tegenwoordig Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland noemen. De verschillende Vikingstammen spraken één taal: het Oudnoors. Ze hadden ook een eigen schrift, het runenschrift.
Het alfabet in runenschrift.
Bij het woord Vikingen denken we meestal aan zeerovers die plunderen en vechten. Dat deden de Vikingen wel, maar lang niet allemaal. Er waren ook brave Vikingen die gewoon koopman of boer waren. De boeren leefden op hun boerderijen in Scandinavië. Ze hielden vee en verbouwden het land. In de winter gingen ze op pelsjacht. De warme huiden van zeehonden konden ze goed gebruiken. In Scandinavië is het klimaat in de winter namelijk erg koud! De koopmannen voeren met hun schepen naar andere landen, waar ze hun producten op de markt verkochten.
Het geloof
De Vikingen geloofden niet in één god, maar in meerdere goden. Odin was de belangrijkste, de oppergod. Deze god had maar één oog en was de god van de oorlog. Hij woonde in het Walhalla, een zilveren zaal waar altijd feest gevierd werd. De Vikingen geloofden dat als je een dappere strijder was geweest, je na de dood bij Odin mocht wonen. Daarom waren de Vikingen niet bang om te vechten.
Een andere belangrijke god was Thor, de god van de donder en bliksem. Hij reed door de lucht in een wagen die werd getrokken door bokken. Zijn wapen was een enorme hamer. Als het donderde en bliksemde dachten de Vikingen dat het kwam door Thor, die weer eens met zijn hamer zwaaide terwijl hij door de lucht scheurde. Ze geloofden dat Thor het kwaad wegjoeg en boeren en zeelui beschermde.
Freya was de godin van de liefde en de vruchtbaarheid. De Vikingen geloofden dat zij zorgde voor zon en regen, die nodig waren voor een goede oogst.
Niet genoeg land
De kinderen van Vikingen gingen niet naar school. Alles wat ze moesten weten, leerden ze van hun ouders. Al heel vroeg hielpen de meisjes hun moeder met het zoeken naar bessen en paddenstoelen, het bereiden van voedsel en met het verven van wol. De jongens leerden hoe ze het land moesten bewerken, hoe ze wapens konden maken en ze leerden paardrijden, boogschieten en vissen. Dat lijkt allemaal wel leuk, maar het leven in het noorden was ook zwaar. De natuur is er ruig en het klimaat in de winter heel koud.
Wanneer bij de Vikingen de vader stierf, erfde de oudste zoon de boerderij. De andere zonen moesten zelf een stukje grond zoeken. Maar dat was niet gemakkelijk! Scandinavië is groot, maar er waren in die tijd vooral bossen, kale heuvels en zandgrond waar het graan niet op kon groeien. Er kwamen steeds meer Vikingen bij, maar er was niet genoeg vruchtbaar land. De mensen hadden honger.
Van de handelaars die terugkwamen van hun reizen, hoorden de Vikingen hoe rijk de mensen aan de andere kant van de zee waren. Dat het er warmer en lichter was. En dat ze er genoeg te eten hadden. Dat wilden de Vikingen ook! Daarom besloten ze op oorlogspad te gaan.
De wijde wereld in
De Vikingen konden heel goed schepen maken. Ze waren de eersten die een schip konden bouwen waarmee zowel geroeid als gezeild kon worden. In hun lange smalle drakenschepen was plaats voor wel 36 roeiers! De Vikingen gingen op ontdekkingstocht, op viking gaan noemden ze dat zelf. Plunderend trokken ze door Europa. Tijdens hun rooftochten kwamen ze ook in België. De Vikingen hebben in 836 Antwerpen zelfs platgebrand! Ze veroverden ook IJsland, Groenland en gebieden in Rusland. In het jaar 1000 staken ze zelfs de oceaan over en bereikten ze de kust van Canada!
Veel Vikingmannen vonden het leven in de landen die ze veroverden beter. Het klimaat was er prettiger en er was voldoende te eten. Ze besloten er te blijven wonen en stichtten kolonies. Ze trouwden dan met een vrouw uit dat land en werden er boer of koopman.
Het einde van de Vikingtijd
De Vikingen waren ruim 300 jaar lang de schrik van de zee. Rond het jaar 1100 kwam er een einde aan de Vikingtijd. De meeste Scandinaviërs waren handelaren geworden en woonden in de steden. En ze geloofden niet meer in Odin, Thor en Freya, maar in de god van de Christenen.
De Scandinaviërs hebben de verhalen over hun voorouders, de Vikingen, opgeschreven. We noemen die oude verhalen saga’s.