Terug

Waar moet je fietsen?

Waar moet je fietsen?

 
In deze oefening leer je:
  • Belangrijke afspraken die horen bij het fietsen op de goede plaats op de weg.
  • Begrippen die aan bod kunnen komen bij het fietsen op de goede plaats.
  • Tekens en verkeersborden die je tegen kunt komen als fietser.

 

Mag je als fietser in het verkeer zomaar overal fietsen? Nee. Er zijn allerlei afspraken over waar je moet fietsen.

 

Verkeersbord: Betekenis:
Verplicht fietspad: fiets op het fietspad als dat er is.
Verplicht (brom)fietspad: fiets op het (brom)-fietspad als dat er is.
Niet-verplicht fietspad: je bent niet verplicht hier te fietsen, maar het is wel zo veilig.
Fietsstrook: dit zie je op de rijbaan. Fiets op de fietsstrook als dat er is.
Wegversmalling: fiets achter elkaar als de weg smal of druk is. Jonge, kleine kinderen fietsen voorop.
woonerf, fietsen op straat, online verkeer oefenen Woonerf: in een woonerf mag je op straat fietsen. Buiten een woonerf mag je alleen op straat fietsen als er geen (brom)fietspad of fietsstrook is. Jonge, kleine kinderen fietsen aan de binnenkant.

 

Afspraken:
  • Als er een fietspad of fietsstrook is, dan moet je daar fietsen.
  • Fiets op het niet-verplichte fietspad als dit er is.
  • Fiets altijd zoveel mogelijk rechts.
  • Jonge kinderen fietsen altijd aan de binnenkant. De begeleider aan de buitenkant.
  • Jonge kinderen fietsen voorop als de weg druk is of smal wordt. De begeleider fietst dan achter.

 


 

Waar moet je fietsen? Online verkeer oefenen, groep 7