Lees de tekst nog niet.
Bekijk de tijdlijn.
Wat zie je al?
In welke twee tijdvakken leefde Napoleon?

Tot het jaar 1100 na Chr. hadden mensen alleen een voornaam. Meisjes werden vernoemd naar hun moeder en jongens naar hun vader. In de late middeleeuwen begonnen de handel en de steden zich steeds verder uit te breiden. Bazen moesten hun knechten betalen, maar met veel dezelfde namen zorgde dit voor verwarring. Om een verschil aan te geven tussen twee namen, werd er vaak iets toegevoegd aan de naam. Bijvoorbeeld Jan van Jan of Jans zoon.
In de 19e eeuw verplichtte Napoleon iedereen om een achternaam te dragen en die bij de gemeente te registreren. Als je er nog geen had, werd er een voor je verzonnen. Die verzonnen namen sloegen op je beroep, woonplaats, karakter of uiterlijk. Zo kon je aan de achternaam zien wat het beroep van iemand was (Bakker, Schoenmaker, Smid). Achternamen met 'van' ervoor duidden altijd op een plaats, gebied of streek waar iemand vandaan kwam (Van Eden, Van Gelder, Van Beek). De Kromme, De Grote, De Kwaadste Niet en Zonder Vrees zijn allemaal achternamen die met het uiterlijk of karakter te maken had.

Soms vergeleken mensen zich ook met dieren. Tegenwoordig zien we nog steeds mensen die zo heten. Denk maar aan Paul de Leeuw, Maurice de Hond en Linda de Mol. Achternamen werden steeds via de vader doorgegeven op de kinderen. Tegenwoordig kan dit ook via de moeder. Dit biedt nog mogelijkheden om te ontsnappen aan rare namen als Naaktgeboren, Smalbil of Plassen. Soms ontstaan er ook ongelukkige combinaties met een voor- en achternaam of als je gaat trouwen en twee achternamen krijgt: mevrouw Spekken-Bonen, mevrouw Verdwaald-Onderwater, Anna Nas of Beau ter Ham. Bedenk dus goed welke naam je neemt, want je draagt hem je hele leven mee!