Lees de tekst goed door.
Wat is wind?
Soms zit je wel eens op de fiets en moet je ontzettend veel kracht zetten om vooruit te komen. Er staat een harde wind, maar hoe ontstaat die wind eigenlijk? Hoe wordt de windkracht aangegeven? En hoe meet je de windkracht?
Ontstaan van wind
Er is vrijwel altijd wind. Wind is eigenlijk niets anders dan de verplaatsing van lucht. In de lucht zitten piepkleine gasdeeltjes die zich voortzetten. Verwarmde lucht zet uit, wordt licht en stijgt op. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook bij vuur. Kijk maar eens goed naar een kampvuur. De lucht boven het vuur stijgt op. Houd er maar eens een papiertje boven, laat deze los en je zult zien dat hij opstijgt. Doordat de lucht stijgt, blijft er onderop (aan de grond) minder lucht over. Je kunt ook zeggen dat er onderaan het vuur een lagedrukgebied ontstaat. Hier moet weer meer lucht naartoe. De lucht naast het vuur, het hogedrukgebied, gaat naar de onderkant van het vuur. Hierdoor verplaatst de lucht zich en ontstaat er 'wind'. Op aarde gebeurt er precies hetzelfde. De zon zorgt voor warmte op aarde. Het is niet overal even warm. Bij de evenaar is het bijvoorbeeld warmer dan op de rest van de wereld. Daarnaast draait de aarde. Hierdoor ontstaan er overal op aarde verschillende luchtstromen.
Windkracht
Lang geleden werd de windkracht door zeelieden op verschillende manieren aangegeven. Vaak werd dit van vader op zoon doorgegeven. Er waren geen vaste termen voor de windkracht. Op een gegeven moment bedacht meneer Beaufort hier wat op. Hij werkte ook op zee en bedacht een aantal vaste termen voor een bepaalde windkracht. Hij bedacht hoeveel windkracht er nodig was om een groot schip met een bepaalde hoeveelheid zeil vooruit te krijgen. De winddruk werd uitgedrukt in kilogram per vierkante meter. Dit berekende hij bij een zwakke bries, storm en orkaan. Beaufort was de eerste die een benaming gaf aan verschillende krachten van de wind. In 1805 werd de windschaal van Beaufort opgesteld, maar pas rond 1873 werd er internationaal gebruik van gemaakt.
Beaufort gebruikte dertien windkrachten. Hieronder staan de windkrachten op een rij van zwak naar sterk. Daarachter staan een aantal voorbeelden.
Wind meten
Wind wordt op een hoogte van tien meter gemeten op een mast met een anemometer. Dit meetinstrument is in 1846 bedacht door een Ierse astronoom: Thomas Romney Robinson. Een anemometer is een molentje met drie of vier halve bollen. De wind waait in de holle zijde van de bolletjes. Hierdoor draaien de bolletjes als een soort molen in het rond. Hoe harder het waait, hoe sneller de bolletjes ronddraaien. Deze snelheid wordt opgemeten en op die manier weten we hoe hard het waait.
Misschien heb je het wel eens gezien, een haan op de top van de kerktoren. Die zit er niet zomaar. Hij geeft namelijk de windrichting aan. Op die manier kun je zien welke kant de wind op waait. Zo'n haan noem je ook wel een weerhaan of windhaan.