Zeestromen zijn stromingen in het water van de zeeën en oceanen. Ze kunnen ontstaan door de wind. Deze wind moet constant en langdurig in dezelfde richting waaien.


Warme en koude zeestromen op aarde.

Zeestromen kunnen ook ontstaan door eb en vloed en door verschil in waterdruk. We kennen twee verschillende soorten zeestromen. Een relatief koude zeestroom en een relatief warme zeestroom. Relatief geeft aan dat er iets wordt vergeleken. In het geval van de zeestromen wordt de temperatuur van het water van de zeestroom vergeleken met het water van de zee waar de stroom naartoe gaat. Wanneer de temperatuur van het water van de stroom lager is dan het water van de zee, spreken we van een koude zeestroom. Wanneer de temperatuur van de stroom warmer is dan het water van de zee, spreken we van een warme zeestroom.

Een bekende zeestroom is de zogenaamde Golfstroom. Dit is een warme zeestroom die water vanuit het Caribische gebied naar het noordelijk halfrond voert. Deze stroom brengt het warme water vanuit de tropen door de Atlantische Oceaan naar het noorden. Doordat er in de verschillende seizoenen bij ons wind van zee naar land waait, brengt deze golfstroom in onze zomer relatief koude lucht naar onze omgeving. In de winter brengt deze golfstroom relatief warme lucht naar onze omgeving. Dit maakt dat wij een gematigd zeeklimaat hebben.

Op het noordelijk halfrond kunnen zeestromen een afwijking naar rechts krijgen door de zogenaamde corioliskracht. Dit is een afwijkende kracht door het draaien van de aarde. Op het noordelijk halfrond gaat deze afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links.