Lees de tekst nog niet.
Lees de titel en bekijk het eerste plaatje.
Wat zie je al?
Waaruit bestaat water?
Mensen, dieren en planten hebben water nodig om te leven. Een mens bestaat zelfs voor 70% uit water! Al het leven op aarde is dus afhankelijk van water.
Water bestaat uit waterstof en uit zuurstof. Scheikundig heeft water de naam H2O. Dat betekent dat water bestaat uit twee atomen waterstof (H) en één atoom zuurstof (O).
Verschillende vormen van water
Water kan in verschillende vormen voorkomen. Het kan als vloeistof door de kraan stromen, maar het kan ook een vaste of een gasachtige vorm hebben. Als het water een vaste vorm heeft, dan is het bevroren en ziet het eruit als ijs. Als het water een gasachtige vorm heeft, dan is het verdampt.
Water in de vormen: vast, vloeibaar en gas.
Water kan van de ene vorm overgaan in de andere vorm. Denk hierbij ook aan de kringloop van het water. Als water van vast naar vloeibaar gaat, dan smelt het. Als het van vloeibaar naar gas gaat, dan verdampt het. Als het van gas naar vloeibaar gaat, dan condenseert het en als het van vloeibaar naar vast gaat, dan bevriest / stolt het.
Een voorbeeld…
Stel, je hebt een ijsklontje. Dit is water in een vaste vorm. Deze doe je in een pan en laat je smelten. Het water wordt dan vloeibaar. Het warme water verdampt in een gasvorm. Waterdamp kun je eigenlijk niet goed zien. Als je een deksel op de pan zou doen, dan zie je dat de waterdamp afkoelt en weer gaat condenseren. Deze druppeltjes zie je aan de binnenkant van de deksel. Het water is dan weer vloeibaar.