Lees de tekst nog niet.
Lees de titel en bekijk het plaatje.
Wat weet je al?
Welke eigenschap past vooral bij gesteenten?
Een gesteente is een vast materiaal dat onder het oppervlak van de aarde zit. We kennen verschillende soorten gesteenten die we kunnen onderverdelen in stollingsgesteenten, sedimentaire gesteenten en metamorfe gesteenten. Dit lijken misschien moeilijke begrippen, maar hieronder worden deze gesteenten uitgelegd met voorbeelden.
Stollingsgesteenten
Een stollingsgesteente ontstaat door het stollen van magma of lava. Magma is enorm heet, gesmolten gesteente dat onder de grond zit. Als een vulkaan uitbarst, dan komt magna naar boven. Als het boven het aardoppervlak is, noemen we het lava. Als dit afkoelt, ontstaat er een gesteente. Voorbeelden van stollingsgesteenten zijn: basalt en graniet. Basalt is hard, vulkanisch gesteente. Het kan gebruikt worden bij de bouw van dijken. Graniet is een korrelige steensoort, dat je misschien wel eens gezien hebt in de vorm van een aanrechtblad in de keuken of in een tegelvloer.
Sedimentgesteenten
Sedimentgesteente ontstaat door erosie en sedimentatie op gesteenten die zich boven de grond bevinden. Door wind, water en ijs slijten de gesteenten. Dit slijten noemen we erosie. De kleine deeltjes stof en zand die afgesleten worden en vrijkomen worden weer door de wind, het water en het ijs vervoerd. Op de plekken waar deze deeltjes en het zand zich verzamelen ontstaat een sedimentgesteente. Voorbeelden van sedimentgesteenten zijn kalksteen, zandsteen, schalie en steenkool. Kalksteen wordt bijvoorbeeld gebruikt in de kunstmest, in de cementindustrie en als bouwmateriaal. Zandsteen en schalie zijn afgebroken producten van stollingsgesteenten. Steenkool ontstaat door samengeperste plantenresten en wordt voornamelijk gebruikt als fossiele brandstof voor de industrie.
Metamorf gesteente
Sedimentgesteenten die te diep begraven zijn in de aardkorst – onder te hoge temperaturen – kunnen veranderen in nieuwe gesteenten. Veranderen wordt ook wel eens metamorfose genoemd, vandaar de naam metamorf gesteente. Marmer is een voorbeeld van zo'n gesteente. Het is gemetamorfeerd kalksteen en wordt vaak gebruikt als bouwmateriaal en voor de beeldhouwkunst. Ook leisteen is een metamorf gesteente, dat uit zachte kleilagen veranderd is in hard gesteente. Leisteen wordt vaak gebruikt voor vloertegels en dakbedekking.