Lees de tekst nog niet.
Bekijk de tijdlijn.
Wat zie je al?
Over welke tijd gaat deze tekst?
De Romeinse amfitheaters lijken wel een beetje op de voetbalstadions van nu. Ze zijn vooral bekend vanwege de gladiatorengevechten. Maar wist je dat ze in een amfitheater ook dierengevechten hielden?
Amfitheaters werden gebouwd in opdracht van de Romeinse keizer. Hij betaalde alles en bepaalde ook welke voorstellingen er werden gehouden. Niet alleen de keizer keek er graag naar. Het hele volk kon komen kijken. Het bekendste en grootste amfitheater is het Colosseum in Rome. Het Colosseum werd in het jaar 80 geopend en bood plaats voor wel 50.000 toeschouwers. Met grote zeildoeken kon het grootste deel van de arena overdekt worden. Zo werden de mensen beschermd tegen de hitte. Onder de arena waren allemaal gangen, liften en valluiken. Daar wachtten de gladiatoren en dieren gespannen op het gevecht.
In de ochtend werden meestal dierengevechten en jachten gehouden. Je kon dan zien hoe mannen op wilde dieren jaagden. De arena werd op passende wijze ingericht met rotspartijen en struiken. Rond lunchtijd was er weer een voorstelling, maar die was pas echt gewelddadig! Gevangenen werden zonder wapens in de arena gezet en moesten dan met wilde dieren vechten. Met bijvoorbeeld leeuwen en tijgers, die de Romeinen uit Afrika hadden meegenomen. De keizer en andere toeschouwers keken er graag naar, ze genoten! Die ongewapende gevangenen waren vaak christenen. Zij hadden een ander geloof dan de Romeinen en die vonden dat niet goed.
Gladiatorengevechten
In de middag werden de gladiatorengevechten gehouden. Bij zo'n gevecht vochten meerdere gladiatoren met elkaar. Op leven en dood. Gladiatoren waren ter dood veroordeelde gevangenen of slaven. Ze kregen eerst een opleiding om goed te leren vechten. Op speciale gladiatorenscholen leerden ze vechten met de vuist, het zwaard, een werpnet en een drietand. Alleen als je heel goed kon vechten, maakte je een kans om te worden vrijgelaten. Dan kon je zelfs een grote geldprijs winnen! Alleen overleefden veel mannen de gladiatorengevechten niet. Als je een gevecht verloor, ging je bijna altijd dood.
Duim omhoog, duim omlaag
Uiteindelijk was het de keizer die bepaalde of een gladiator na een gevecht bleef leven of moest sterven. De keizer stak zijn duim omhoog (je blijft leven) of omlaag (je gaat dood). Misschien had je wel verloren, maar vond de keizer dat je toch goed had gevochten. Dan bleef je leven. Anders niet.
Een nieuwe bestemming
Steeds meer Romeinen werden christen. Ze waren tegen het gebruik van geweld en wilden dan ook dat er een einde kwam aan de gevechten in de amfitheaters. Dat gebeurde ook, toen in het jaar 404 de christelijke keizer Honorius de gevechten verbood. In de loop der tijd zijn veel Romeinse amfitheaters verwoest door aardbevingen. Vaak werden ze gerestaureerd of opnieuw opgebouwd, zoals het Colosseum in Rome. Echte gladiatorengevechten worden er gelukkig niet meer gehouden. De gevechten worden nog wel eens voor de lol nagespeeld, zodat je kunt zien hoe het vroeger ging. Tegenwoordig worden in amfitheaters ook wel theater- of operavoorstellingen gehouden. Door de manier waarop een amfitheater gebouwd is, klinkt het geluid er heel goed.
Tip: In park Malagne in Rochefort staat nog een villa uit de Romeinse tijd!