Lees de tekst nog niet.
Lees de titel en bekijk de afbeeldingen.
Wat zie je al?
Waar gaat deze tekst over?
"God wil het!" In 1095 deed het hoofd van de christelijke kerk, Paus Urbanus II, een oproep. Hij waarschuwde het publiek voor de komst van de moslims. Ze veroverden het Byzantijnse rijk en hadden de heilige stad Jeruzalem in handen. Hij smeekte de Europese ridders niet meer met elkaar te vechten, maar samen Jeruzalem te bevrijden. "En", zei hij erbij, "jullie horen mijn stem die dit vraagt, maar het is eigenlijk een bevel van God zelf." Zo begon de eerste kruistocht. In 1099 veroverden de kruisvaarders Jeruzalem, maar of de kruistochten nou zo'n groot succes waren…
De eerste kruistocht: de verovering van Jeruzalem in 1099.
De paus kwam niet zomaar met zijn oproep. De keizer van het Byzantijnse Rijk – ooit de Oostelijke helft van het Romeinse Rijk – had de paus om hulp gevraagd. De Turken, een moslimvolk, vielen zijn rijk aan en veroverden grote gebieden in het Midden-Oosten. Ook Jeruzalem was in Turkse handen gevallen. Christenen in Europa reageerden enthousiast op het verzoek van de paus. Het geloof was voor hen heel belangrijk, daar wilden ze wel voor vechten. Al snel waren er een aantal legers op de been; niet alleen ridders maar ook boeren, vrouwen en zelfs kinderen deden mee. Ze begonnen aan de ongeveer 4.000 kilometer lange tocht naar Jeruzalem.
De eerste groep had niet veel succes. Ze waren slecht getraind en slecht georganiseerd en werden onderweg naar Jeruzalem aangevallen door Bulgaren en Turken. Maar al snel volgden nieuwe groepen, dit keer onder leiding van ridders. De Vlaamse edelman Godfried van Bouillon was een belangrijke leider van deze kruistocht. Deze 'legers' hadden meer succes, ook omdat de islamitische leiders onderling ruzie maakten. Ze bereikten het Heilige Land en veroverden de meeste steden. Dat ging er niet zachtzinnig aan toe. Bij de verovering van Jeruzalem in 1099 werden alle inwoners van de stad gruwelijk gedood.
In het veroverde gebied stichtten ze de kruisvaardersstaten Edessa, Antiochië, Jeruzalem en Tripoli. Dit waren christelijke landjes, meestal een goed verdedigde stad met wat gebied eromheen. Belangrijke leiders van de kruistocht werden de baas in de kruisvaardersstaten. Godfried van Bouillon werd uitgeroepen tot Koning van Jeruzalem, maar zelf wilde hij dat niet zijn. Hij gaf zichzelf de titel 'Beschermer van het Heilige Graf'.
De verovering van Jeruzalem in 1187 door sultan Saladin.
Daarna bleef er strijd tussen de kruisvaarders en de moslims, hoewel de twee groepen ook gewoon handelden met elkaar. Er volgden nog vele kruistochten. In 1187 werd Jeruzalem veroverd door sultan Saladin, de heerser van Egypte. Dat zorgde voor de derde kruistocht, de grootste kruistocht ooit. De Franse en Engelse koningen deden eraan mee, en ook de Duitse keizer, die tijdens de tocht verdronk. Tocht lukte het niet om Jeruzalem van Saladin te heroveren. Wel beloofde Saladin dat christelijke pelgrims Jeruzalem mochten bezoeken. Langzaam maar zeker veroverden de moslims alle gebieden terug die ze aan de kruisvaarders waren verloren. De negende kruistocht in 1271 werd de laatste. En in 1291 werd ook de laatste christelijke stad, Akko, ingenomen door moslims.