Het noorden van Brazilië ligt bij de evenaar.
Maak de zin af.
Het noordelijke deel van Brazilië ligt op…
Er zijn verschillende oorzaken voor de temperatuurverschillen op aarde. Dit heeft te maken met de breedteligging, de aanwezigheid van zee- en luchtstromen, de ligging van gebergten, de hoogteligging en het aardoppervlak.
Zonnestralen schijnen op de aarde.
Breedteligging
Op aarde hebben we een lage breedte en hoge breedte. Een gebied dat dicht bij de evenaar ligt, ligt op lage breedte. Een gebied dat dicht bij de Noord- of Zuidpool ligt, ligt op hoge breedte. Het verschil in temperaturen komt door de stand van de zon. In het gebied van lage breedte schijnt de zon recht op de aarde. Dit noem je een hoge zonnestand en daardoor is het warmer. In de gebieden van hoge breedte schijnt de zon schuin op de aarde en komt er minder warmte aan. Er is een lage zonnestand en het is daardoor kouder.
Zee- en luchtstromen
Warme en koude zee- en luchtstromen hebben ook invloed op de temperatuur. De Warme Golfstroom laat warmer water uit het Caribisch gebied richting het noorden stromen. Dit warmere zeewater laat vervolgens weer warme lucht naar het land stromen. Andersom kan een koude stroom natuurlijk weer koude lucht aanleveren, waardoor de temperatuur daalt en het kouder is.
Ligging van gebergten
Zoals je hierboven al hebt gelezen kan de wind van de zee naar het land zorgen voor verschillen in de temperatuur. Het kan zorgen voor een warme of een koude lucht. Als de wind tegen een berg aan komt, kan de wind niet verder. Dat betekent dat de temperatuur aan de ene kant van de berg anders kan zijn dan aan de andere kant van de berg. Gebergten vormen dus vaak een temperatuursgrens.
Hoogteligging
Over het algemeen kun je zeggen dat hoe hoger een plaats ligt, hoe kouder de lucht is. Dit komt omdat de lucht van onderaf wordt verwarmd. Dus hoe hoger je komt hoe lager de temperatuur. Als je een berg gaat beklimmen, is het onderaan de berg warmer dan bovenaan.
Aardoppervlak
Het aardoppervlak bestaat uit water en land. Water houdt warmte of kou langer vast dan land. Land verwarmt of koelt sneller af dan water. De temperatuur van land is dus anders dan de temperatuur in de buurt van water.
Probeer dit maar eens uit...