De aarde is een soort vloeibare bol met een dun korstje. Binnen in de aarde is het heel warm. Het binnenste deel van de aarde heet de aardkern. De aardkern heeft een temperatuur van wel 4.000 graden. Om de kern zit een aardmantel. Dit bestaat uit gloeiend heet, vloeibaar, gesteente. Dat noemen we ook wel magma. Daaromheen zit een dun korstje, de aardkorst. Dit is de grond waar wij op lopen.
Een vulkaan staat in verbinding met het binnenste deel van de aarde. Waarschijnlijk ken je een vulkaan alleen als een hoge berg, maar dat is lang niet altijd zo. Eigenlijk is een vulkaan alleen maar een plaats waar vloeibaar gesteente, gas en stenen uit de aarde komen.
De aardkorst bestaat uit verschillende platen. Dit noemen we ook wel aardplaten. De aardkorst zit niet aan de aarde vast. Het drijft als het ware op de aarde. De aardplaten kunnen verschuiven, maar dat gaat zo langzaam dat we dit niet merken. Toch kunnen deze verschuivingen ook grote gevolgen hebben. Door het verschuiven van de platen kan er namelijk een vulkaanuitbarsting ontstaan. De meeste vulkanen komen voor op breuklijnen. Een breuklijn is een plek waar twee aardplaten tegen elkaar aankomen.
Een vulkaan kan ook ontstaan doordat er magma op een dunne plek tegen de aardkorst aandrukt. De magma komt dan in een soort grot, de magmahaard. Hier ontstaat zoveel druk, dat de magma omhoog wordt geperst. De magma spuit uit de aarde. Als de magma uit de aarde komt, dan noemen we het lava. De lava stroomt uit de krater. Dat is de opening van een vulkaan. Als lava afkoelt, wordt het hard. Het vormt een soort kegel. Bij iedere uitbarsting wordt de vulkaan groter. Na een tijd ontstaat er dan een echte vulkaan, zoals wij die kennen. Een vulkaanuitbarsting noemen we ook wel eruptie.
Bij een vulkaanuitbarsting komt er niet alleen lava naar buiten, er kunnen ook stenen en as naar buiten komen. Deze vulkanische as is vaak heel vruchtbaar. Hierdoor is de grond geschikt voor landbouw. Bij een uitbarsting komen er ook vaak giftige gassen naar buiten. De wind kan ervoor zorgen dat deze gassen verplaatst worden over grote afstanden. In de omgeving van vulkanen kunnen dorpen en steden overdekt worden door as-dekens.
Vulkanen kunnen tussen de uitbarstingen jarenlang en zelfs eeuwenlang slapen. Een slapende vulkaan is niet actief, maar kan dat wel weer worden. Er bestaan ook dode vulkanen. Deze kunnen niet meer uitbarsten. De aardkorst is in de loop van de jaren zo goed dichtgegroeid, dat er geen magma meer doorheen kan komen.