De aarde bestaat uit verschillende lagen. Diep in de aarde zit de aardkern. Dat is het middelpunt van de aarde. Daaromheen zit de aardmantel. De aardmantel bestaat uit een vloeibaar gesteente. Dit gesteente noemen we ook wel magma. Om de aardmantel ligt de aardkorst. De aardkorst drijft als het ware op de aardmantel. De aardkorst bestaat uit verschillende platen. Door de stroming van de magma in de aardmantel bewegen de aardplaten. Dit gaat heel langzaam, daarom merken wij niet dat de aarkorst beweegt. Maar soms hebben deze bewegingen grote gevolgen.


Ontstaan van eilandbogen.

Er bestaan oceanische aardplaten en continentale aardplaten. De oceanische aardplaten zijn de platen die onder de zee liggen. De continentale platen liggen onder het land. De aardplaten kunnen op verschillende manieren verschuiven. Eén van die manieren is dat twee oceanische platen naar elkaar toe bewegen. Op een gegeven moment botsen de platen tegen elkaar aan. Er ontstaat dan zo'n grote druk, dat het kan voorkomen dat de ene plaat onder de andere plaat schuift. Het magma uit het binnenste van de aarde drukt door de aardkorst. Diep in de zee, op de zeebodem, ontstaat een onderwatervulkaan die uitbarst. Als de vulkaan uitbarst, stroomt er lava uit de top van de vulkaan. 

Als lava in aanraking komt met water dan wordt het rotsgrond. Hoe vaker een vulkaan uitbarst, hoe hoger de rotsgrond eromheen wordt. Op een gegeven moment komt de rotsgrond boven het wateroppervlak uit. Er is een nieuw eiland ontstaan. Dit noemen we ook wel een vulkanisch eiland. 

Een grote boog, met verschillende vulkanische eilanden noemen we een eilandboog. De Indonesische Soenda-eilanden zijn hier een mooi voorbeeld van.