Ontstaan van de polders
Vroeger zag België er anders uit dan nu. Het vele water heeft altijd invloed gehad op het leven en werken op het land. Zo hebben de mensen zich altijd tegen het water moeten beschermen, maar was men ook op zoek naar nieuwe grond om op te wonen en te werken. De mensen vroegen zich af of zij van het vele water land konden maken, zodat er meer ruimte zou ontstaan. Toen ontstonden de polders!

Een polder is een laaggelegen stuk land, waar een dijk omheen ligt. Vroeger was dit land nog water en lag het in een zee of een meer. Mensen legden dit land droog, zodat er meer landbouwgrond zou ontstaan, maar ook meer woonruimte. Door stukken in het water droog te leggen zou er weer meer land ontstaan.



Soorten polders
Er zijn polders die worden drooggelegd. Dit zijn de polders die bij een plas of een meer liggen. Dit droogleggen gebeurt met gemalen. Een gemaal is een soort pomp die al het water uit de polder haalt. Dit water wordt weer afgevoerd door sloten en vaarten. Zo komt het land uiteindelijk helemaal droog te liggen.

De polders die langs de kust en de rivieren liggen zijn ontstaan door indijking. Daarmee werden de stukken land voorgoed afgesloten van het water. Op deze plaatsen heeft het land namelijk te maken met de getijden: eb en vloed. Bij vloed staat het water hoog en bij eb laag. Zo zou het land steeds onder water liggen en weer droog worden. Door dijken om deze stukken land te leggen, kan het water niet meer bij de grond komen. Op deze manier blijven deze gebieden altijd droog en zijn ze geschikt voor de mens om op te wonen en te werken.