Terug

Meerijden in de auto of bus

Meerijden in de auto of bus

 
In deze oefening leer je:
  • Belangrijke afspraken die horen bij het meerijden in een auto of een bus.
  • Begrippen die aan bod kunnen komen als je meerijdt in een auto of een bus.


Meerijden in een auto, bus, trein of tram
Als je meerijdt in een auto, bus, trein of tram, dan is het belangrijk dat je veilig vervoerd wordt. Als een auto of een bus plotseling moet remmen, dan is het erg gevaarlijk als je niet veilig vast zit. Je kan namelijk door de auto of de bus geslingerd worden.

Als je in een auto zit – en je kleiner bent dan 1,35 meter – moet je altijd in een kinderzitje zitten. Dat moet voorin en achterin< de auto. Als je groter bent dan 1,35 meter, dan moet je in een auto of een bus altijd een gordel om. Je mag een zittingverhoger gebruiken als dat nodig is.

Zorg dat je recht en rustig gaat zitten in een auto, bus, trein of tram en trap niet met je voeten tegen de stoel voor je. Leg je tas op de grond onder je stoel of in de bagagevakken. 

 

Afspraken
  • In een auto moet je in een kinderzitje als je kleiner bent dan 1,35 meter.
  • Ben je groter dan 1,35 meter? Dan moet je in een auto of bus altijd een gordel om.
  • Ga recht en stil zitten.
  • Trap niet tegen de stoel voor je.
  • Berg je bagage veilig op.

 



veilig meerijden in de auto, online verkeer oefenen, groep 5