Lees de tekst nog niet.
Lees de titel, tussenkopjes en bekijk de afbeeldingen.
Wat weet je al?
Waarom bouwden mensen in de middeleeuwen een muur om een stad?
Willem heeft een hele belangrijke baan. Hij is één van de torenwachters van de stad Brugge. Iedere dag staat Willem op de uitkijk. Vanuit één van de grote torens om de stad heen houdt hij de hele omgeving in de gaten. Tussen de torens zijn dikke, stenen stadsmuren gebouwd. Op een paar plekken zitten poorten in de stadsmuur. Via deze poorten kunnen mensen in de stad komen. ’s Avonds gaan ze dicht. Er kan dan niemand meer in of uit de stad. Om de stadsmuren heen is een gracht gebouwd. Om die gracht over te kunnen steken, moet je over een ophaalbrug. Anders kun je niet in de stad komen.
De stad is zo goed beveiligd omdat er vaak vijanden zijn die de stad aanvallen. Het is het jaar 1355 en er zijn veel oorlogen. Als de stad wordt aangevallen, gaan de poorten dicht en wordt de ophaalbrug omhoog gehaald. Willem moet dan het leger waarschuwen en samen vechten ze tegen de vijand. Net zolang tot die verslagen is. Het werk van Willem is dus heel belangrijk.
Gelukkig heeft Willem het meestal rustig. Hij kijkt rond en kan precies zien wie er de stad bezoeken. Vandaag is er markt, dus er zijn veel kooplieden met grote karren die door de stadspoorten lopen. Plotseling hoort Willem een andere torenwachter roepen. "Gooi de poorten dicht! Vijand in zicht!" In de verte komen een aantal mannen op paarden aangereden. Kooplieden hollen snel met hun karren de stad binnen. Willem rent naar beneden en sluit de poort. Hij wil de ophaalbrug omhoog halen, maar deze zit vast! "Laat de brug!", roept de andere torenwachter, "Pak je pijl en boog!"
Willem rent terug zijn toren in en grijpt zijn pijl en boog. Hij kijkt door de schietgaten in de muur. De vijand is al bij de gracht aangekomen! Willem richt zijn pijl op één van de vijanden en schiet. De pijl vliegt recht in zijn borst en hij valt van zijn paard af. De mannen van het leger komen aangesneld en helpen Willem. Dirk, Lodewijk en Michiel schieten een hele boel pijlen, maar dat doen de vijanden ook. Eén van hen rent al over de ophaalbrug!
"Snel, gooi olie op hem!", roept Willem. Vanuit een moordgat in de muur gooien Lodewijk en Dirk een grote pan kokende olie over de vijand heen. Hij schreeuwt het uit en valt met een plons in de gracht. Michiel en Willem blijven pijlen schieten. Ook de andere torenwachters schieten op de vijand. Veel mannen zijn al van hun paarden afgevallen. Maar sommigen schieten pijlen terug. Lodewijk wil net stenen door het moordgat gooien, wanneer een pijl in zijn arm komt. Hij schreeuwt van de pijn. Na uren vechten, lukt het Willem en de mannen toch om alle vijanden neer te schieten. Gelukkig maar, de stad Brugge is weer veilig.