De aarde is een grote, ronde bol, die uit verschillende lagen bestaat. In het midden zit de aardkern, die bestaat uit de buitenkern en de kern. Daar omheen zit de mantel. De buitenste laag noemen we de aardkorst. 

In het midden van de aarde zit de aardkern. Die bestaat uit de binnenkern en de buitenkern. Op de bovenstaande afbeelding zie je de aardkern afgebeeld. Het rode gedeelte is de binnenkern en het oranje gedeelte is de buitenkern.

De binnenkern, het rode gedeelte, begint op 5.200 kilometer diepte. Dat is ongeveer van België naar Turkije en weer terug, maar dan de aarde in. De buitenkern, het oranje gedeelte, begint op 2.900 kilometer diepte. Dat is ongeveer van België naar Turkije. In de aardkern is het gloeiend heet. De temperatuur kan wel 4.000 graden Celsius worden! Water begint te koken bij 100 graden Celsius. Moet je je voorstellen hoe heet het daar is! De binnenkern bestaat uit vast metaal. Dit gedeelte is hard. De buitenkern bestaat uit gesmolten metaal. Dit gedeelte is vloeibaar.

Om de aardkern zit de aardmantel. Dit is de dikste laag van de aarde. Deze mantel bestaat uit magma. Dit is gesmolten gesteente.

Om de aardmantel zit de aardkorst. Dit is een dun laagje van steen. Hier leven de mensen op. De zeebodem hoort ook bij de aardkorst. De aardkorst bestaat uit verschillende platen. Deze platen drijven als ware op de magma van de aardmantel. Dit gaat heel erg langzaam, daarom merken wij mensen daar niets van. Als de aardplaten elkaar raken kan er bijvoorbeeld een vulkaanuitbarsting, een aardbeving of een zeebeving ontstaan.