Weer en verkeer: regen, wind, sneeuw en gladheid
Bij veranderende weersomstandigheden moet je in het verkeer goed opletten. Zorg dat je goed gezien wordt. Trek opvallende kleren aan en maak gebruik van reflectoren. Doe een lampje om je arm of zet je fietsverlichting aan. Loop en fiets rustig. Je weet niet zeker of iedereen je wel goed kan zien. Ook zijn kuilen, paaltjes, obstakels en randjes in het donker of met mist slechter te zien. 

Als het hard waait moet je oppassen bij wegen met (veel) bomen. Houd je handen goed aan het stuur als je fietst. Als het sneeuwt of heeft gevroren, kan het glad zijn. Loop of fiets rustig. Je kunt snel uitglijden. Ook andere fietsers of automobilisten kunnen glijden, dus let goed op het verkeer!

Tip: ga je lekker in de sneeuw spelen? Doe dit dan op een veilige plaats, waar je andere mensen in het verkeer niet stoort. Maak bijvoorbeeld geen iglo of een glijbaan op de stoep.